“Oei, straalt dit niet te veel luxe uit?” Matthias Diependaele (45) schrikt van de locatie die onze fotograaf heeft gekozen voor de foto’s bij dit interview. De rijkelijke lobby van een vijfsterrenhotel tegenover Diependaeles kabinet is niet meteen de sfeer die de minister-president – de man van de vinger op de knip – wil uitstralen. Zeker niet nu hij na enkele maanden zonder grote interviews opnieuw voor het eerst uitgebreid spreekt.

Waar zat de minister-president de afgelopen maanden? U was compleet onzichtbaar, terwijl uw ministers met elkaar overhoop lijken te liggen.

Matthias: “Onzichtbaar? Omdat wij heel hard aan het werk zijn! Maar het is nooit goed: ofwel is het te stil, ofwel te lawaaiierig. Nu overheerst het idee dat er ruzie is, terwijl ik die sfeerschepping echt onterecht vind. We nemen nog altijd besluiten! We zijn acht maanden ver en we hebben echt al een paar grote bakens verzet. De minimumdoelen in het onderwijs bijvoorbeeld, dat was een heel gevoelig debat, maar we zijn er toch door geraakt. Hetzelfde met de aanpassing van de tarieven van De Lijn, het plan voor de kinderopvang of het Vlaamse Defensieplan. Dat laatste is een totale ommezwaai in het beleid in Vlaanderen. Een zaak die niet alleen gevoelig was voor de socialisten, maar ook voor mijn achterban, die nog altijd voor een deel pacifistisch is.”

Toch blijft dat beleid niet hangen. Wel het beeld dat u een regering leidt waarin ministers elkaar tegenspreken en er off the record geklaagd wordt over een gebrek aan collegialiteit.

Matthias: “Ik ga niet ontkennen dat ik dat niet fijn vind. Aan de regeringstafel hebben we daar ook al over gepraat. Iedereen beseft dat we hier niet goed uitkomen. Het beeld wordt vooral door onszelf verstoord. Dat vind ik fout. Ik snap niet hoe sommigen denken dat we beter worden van al die lekken en kleine zinnetjes in de pers. Ik begrijp dat iedereen zijn stempel wil drukken en bij het kleinste probleem zijn standpunt wil geven. Maar ik zou liever hebben dat we wachten tot er een akkoord is en dat dan samen als regering verdedigen. Dat zou een veel beter signaal zijn naar de Vlamingen. En eerlijk: er is aan de tafel van deze regering nog geen enkele keer echt ruzie gemaakt. Dat was in het verleden wel anders, dat kan ik u verzekeren. We hebben wel moeilijke discussies gevoerd. En dat moet ook. Anders zou onze democratie niet goed werken.”

Misschien moet u harder op tafel durven slaan? Bent u niet te zacht als minister-president?

Matthias: “Te zacht? Dat heeft nog nooit iemand gezegd (lacht). Nee, ik vertik het om kleuterleider te spelen. En ik vind ook niet dat we in een kleuterklas zitten, voor alle duidelijkheid. Ik ga ervan uit dat ik met negen volwassen mensen rond de tafel zit, die het allemaal goed voorhebben met de Vlamingen. Helaas worden kleine dingen uitvergroot. En dat wordt dan hét verhaal van de Vlaamse Regering. Dat is onterecht.”

Maar u kan toch niet tegenspreken dat deze regering een verdeeld beeld geeft? Neem nu de afstandsregels voor windmolens: minister Brouns (cd&v) zei dat die er komen, minister Depraetere (Vooruit) sprak dat tegen. Waarom moet het zo lang duren voor de regering dan een eensgezind standpunt inneemt?

Matthias: “Ik wil niet over één specifiek dossier spreken of kletsen uitdelen aan ministers. Laat ons dat intern houden. We hebben nu beslist om toch afstandsregels in te voeren. Als we gewacht hadden met communiceren, was deze heisa niet nodig geweest.”

Misschien moeten ministers ook niet met de fanfare voorop lopen en aan aankondigingspolitiek doen zoals Caroline Gennez (Vooruit) over de kinderopvang?

Matthias: “Nogmaals, ik ga niemand in de krant kletsen geven. Maar ik zeg wel altijd tegen mijn vriendin: politici zijn van nature pleasers. Af en toe moeten we terughoudender zijn en de zaken eerst grondig bekijken voor we iets beslissen.”

Moet u soms niet sneller zelf standpunt innemen? Wat vindt u bijvoorbeeld van leeftijdsgrenzen voor het gebruik van sociale media? Minister Gennez is pro, uw partijgenote Cieltje Van Achter contra.

Matthias: “Ik heb een nieuw samengesteld gezin met zes kinderen. Ik zie ook dat die aan hun telefoon plakken. En ja, ik maak mij daar ook zorgen over. Maar ik zie ook positieve effecten. Mijn dochter heeft dankzij sociale media ook contacten die ze anders misschien moeilijker zou leggen. Ik wil dus eerst luisteren naar de experten. Als zij zeggen dat we moeten ingrijpen, zullen we daar niet vies van zijn, maar daar is nu nog geen eensgezindheid over. Ik vind dat ouders trouwens ook een eigen verantwoordelijkheid hebben. De overheid moet niet alles oplossen.”

U zei vorig jaar: ik moet nog groeien in mijn rol. Is dat groeiproces nog bezig?

Matthias: “Dat ging voor alle duidelijkheid niet over mijn bekwaamheid of werkkracht, maar over mijn ego. Als je een speech geeft, moet je er staan. Niet alleen met een heldere en duidelijke boodschap die kan enthousiasmeren, maar ook met présence. Ik voel dat ik daarin gegroeid ben, maar dat proces is nog bezig. Ik denk wel dat ik de functie ondertussen kan dragen, maar ik wil ook geen arrogante eikel worden.”

Zit u ook niet verveeld met de spanningen binnen uw eigen partij? Zuhal Demir en Ben Weyts zijn niet de beste vrienden.

Matthias: “We hebben een moeilijk scharnierpunt gehad, maar ondertussen ligt dat wel achter ons. Als minister is het nooit gemakkelijk om je beleid af te geven (Weyts was eerst bevoegd voor Onderwijs, nu Demir, red.). En ja, er zijn wat accentverschuivingen. Dat is ook maar normaal. Onze onderwijskwaliteit is echt een uitdaging. Vandaar ook die nieuwe minimumdoelen. We mogen echt wel iets vragen van onze kinderen. Mijn eigen kinderen kenden vijf jaar geleden alle Latijnse namen van dinosaurussen. Waarom zouden we de lat dan niet hoog mogen leggen?”

Demir draaide wel de volledige digisprong van Weyts terug. Gedaan met de gratis laptops in de klas. Was dat ook geen afrekening?

Matthias: “Zeker niet. Tijdens de coronacrisis hebben we voor meer digitalisering gekozen, maar ondertussen weten we dat die digitalisering ook een impact heeft op de kwaliteit van het onderwijs. Dus laat ons dat anders bekijken. We zorgen er nog altijd voor dat iedereen toegang heeft tot een computer, maar daarom niet permanent. Dat vind ik net een schone realisatie.”

Had u toch niet beter voor Demir gekozen als vice-minister-president?

Matthias: “Nee, ik vind Zuhal fantastisch in de job die ze nu doet. We moeten opnieuw ambitie krijgen in het onderwijs, discipline in de klas, de zesjescultuur achter ons laten. Zuhal is daarvoor echt de juiste vrouw op de juiste plaats.”

Worstelt u ook niet met de positie van Bart De Wever? De federale regering neemt veel zon weg van de Vlaamse Regering. U staat in de schaduw.

Matthias: “Ik zie die schaduw niet. Bart doet het schitterend. Kijk alleen al maar naar de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd. Dat was lang onmogelijk.”

Bewijst de N-VA op die manier niet net dat België werkt?

Matthias: “De basisanalyse van mijn partij blijft dezelfde: confederalisme zou beter zijn. Als België op dit moment lijkt te werken, dan is het omdat we het land nu eindelijk besturen volgens een paar Vlaamse recepten.”

Terwijl het federale niveau kreunt, lijkt het wel alsof bij de Vlaamse Regering het geld niet op kan. Frigobonnen uitdelen om korting te geven op huishoudapparaten, is dat wel nodig?

Matthias: (windt zich op) “Die frigobonnen zijn 0,03 procent van onze begroting! Maar goed, ik verdedig elke beslissing van deze regering. Ben ik het persoonlijk eens met elk onderdeel van het regeerakkoord? Tuurlijk niet. Dus ja, die frigobon ... Je had ook andere keuzes kunnen maken, dat is waar. Maar voor mij is het totaalplaatje van belang en dat is een gezonde begroting. We hebben onlangs voor 330 miljoen euro bespaard. Daar werd amper over geschreven. Wel over die frigobon.”

Terwijl er toch veel grotere uitdagingen zijn. Vlaanderen staat stil. Vergunningen zijn een oerwoud, negen jaar om een windmolen te bouwen ...

Matthias: “Het ergste wat Poetin ons kan aandoen als we een vergunning vragen voor een nieuwe militaire installatie, is naar de Raad voor Vergunningsbetwistingen gaan (lacht). De stilstand is inderdaad een probleem. Maar het gaat om zeer ingewikkelde wetgeving, vaak ook Europees. Europa moet ook zijn huiswerk maken. De regels moeten niet noodzakelijk soepeler, maar simpeler. Maar om nu te zeggen: we gaan direct dit en dat doen, dat is niet zo gemakkelijk. Het moet ook juridisch overeind blijven. Eind dit jaar verwachten we daarover het advies van de Commissie Vergunningen”

Ook op begrotingsvlak wacht u een uitdaging. U zei het net al: er moet bespaard worden, want uw regering heeft een tekort van 3,1 miljard – nog zonder de Oosterweelwerken. Het op één na hoogste ooit na de coronacrisis. Voor u als cijferman moet dat toch pijn doen?

Matthias: (komt nu echt op dreef) “We slepen die coronacrisis en de energiecrisis nog mee. Onze begroting heeft toen een klap gekregen. Er is nu opnieuw een stijgende lijn, maar je kan dat niet in één jaar oplossen. Dan zou je de helft van de leerkrachten of het zorgpersoneel moeten ontslaan. Het tekort moet geleidelijk verbeteren. Het doel blijft om tegen 2027 de begroting weer in evenwicht te hebben.”

Vlaanderen steekt nu 1 miljard in een Defensiefonds. Is dat nodig voor een sector die zo al boomt?

Matthias: “De defensie-industrie kan vandaag genoeg kapitaal aantrekken. Alleen moeten wij in Vlaanderen die industrie wel nagenoeg van nul opstarten. We hebben sterke start-ups en kleinere kmo’s die met innovatie bezig zijn. Als zij een idee hebben, maar de markt is er nog niet klaar voor of ze vinden geen privaat kapitaal, dan moeten wij als overheid klaarstaan. Vergeet ook niet dat we daar aandelen voor in ruil krijgen. Op termijn kan dit Defensiefonds ook geld opbrengen.”

Zo wordt Vlaanderen straks nog een wapenregio. Voor een partij die afstamt uit de pacifistische Volksunie is dat een grote sprong.

Matthias: “Tot nu toe maakten we ons altijd makkelijk van die discussie af. De wapens werden ergens anders gemaakt. Maar de geesten zijn gerijpt. Ik weet nog goed wanneer ik daar zelf anders over ben beginnen denken. Dat was in 2015, toen die Jordaanse piloot levend werd verbrand in een kooi, door IS. Als je je daartegen wil verdedigen, heb je wapens nodig, hopelijk om ze nooit te gebruiken. Hetzelfde geldt voor Poetin. Dan kunnen we toch beter de industrie hier houden en die wapens zelf maken.”