De Vlaamse strijd is nog niet gestreden

De minister-president is duidelijk: het huidige federale beleid loopt op Vlaams spoor, maar dat is broos. “We zien dat er maatregelen komen waar de Vlaming om vroeg bij de verkiezingen. Maar we hebben geen zekerheid op lange termijn. Structurele bevoegdheidsoverdracht blijft nodig.”

Volgens hem niet alleen in het belang van Vlaanderen. “Ik zie in Wallonië mensen met de wil tot hervormen. Laat hen dan ook zelf beslissen.”

“Faciliteiten waren tijdelijk. Punt.”

Over de faciliteiten is Diependaele opvallend scherp. “Die waren in 1963 bedoeld als tijdelijke maatregel. Dat werd ook uitdrukkelijk zo afgesproken. Als je een gemeenschap wil vormen, hoort daar een gemeenschappelijke taal bij. Communicatie van de overheid in het Nederlands is daar een essentieel onderdeel van.”

Hij reageert fel op Franstalige verontwaardiging: “Men spreekt over fundamentele rechten. Maar waar zijn die voor Nederlandstaligen in Brussel, die op spoed geen zorg krijgen in hun taal? Dan heet het plots: ‘ça n’a pas d’importance’.”

De dubbele standaard stoort hem: “We verplichten nieuwkomers om Nederlands te leren. Maar voor Franstalige Belgen zou dat niet mogen? Dat is geen moeilijkheid, dat is onwil.”

Brussels Airport: strategische zet, géén vijandige overname

Vlaanderen werd grootste aandeelhouder van Brussels Airport. Volgens Diependaele geen nationalistische stunt, maar pure ratio. “Dat is cruciale infrastructuur. We wilden vermijden dat buitenlandse aandeelhouders beslissen over investeringen of veiligheid.”

De kritiek dat Waalse reizigers of Brusselaars niet welkom zouden zijn, noemt hij absurd. “Integendeel. We roepen Brusselaars al jaren op om er te komen werken. Maar ja, dan moet je natuurlijk een minimum aan Nederlands kennen.”

“Zeker vandaag mogen we trots zijn”

Diependaele erkent dat de begroting een werkpunt blijft. “We zijn die aan het bijsturen. Is dat moeilijk? Ja. Maar we nemen maatregelen, zoals we dat altijd gedaan hebben. Vlaanderen is partijgrensoverschrijdend goed beheerd.”

En op 11 juli, zegt hij, mag ook dát gezegd worden. “Als er één dag is waarop we trots mogen zijn op wat goed gaat in Vlaanderen, dan is het nu.”

Onafhankelijkheid blijft het einddoel

Tot slot: wil Diependaele nog steeds Vlaamse onafhankelijkheid? “Ja, als u mij vraagt naar het ideale model op papier: zeker. Maar vandaag is daar geen democratisch draagvlak voor. Dus werk ik met de instrumenten die er wél zijn: de Vlaamse regering, en onze deelname in de federale.”