“We berekenden dat het verschil tussen werken en niet werken de afgelopen legislatuur drastisch is gedaald. De regering-De Croo trok de werkloosheidsuitkeringen en de leeflonen fors op en breidde de sociale tarieven uit, terwijl de lonen niet stegen boven de index.  Daardoor viel het verschil tussen een alleenstaande met een persoon ten laste met het minimumloon, en iemand in dezelfde situatie met een leefloon, in 2023 terug tot 178,18 euro. In 2019 was dat nog ruim 362 euro”, aldus Matthias Diependaele. 

Minstens 500 euro verschil tussen werken en niet werken

“We willen de kloof tussen werken en niet-werken in de volgende bestuursperiode optrekken tot minstens 500 euro netto. Dat kan op korte termijn door de bijzondere bijdrage sociale zekerheid (BBSZ) af te schaffen. Die crisisbelasting dateert nog van de jaren 90 en moest tijdelijk zijn, maar nog steeds wordt die van het loon afgehouden”, legt Matthias uit.

Uitkeringen bevriezen

Daarnaast wil de N-VA af van de automatische indexering van de leeflonen en werkloosheidsuitkeringen. Dat systeem zorgt ervoor dat naast de reguliere lonen, ook de sociale uitkeringen automatisch stijgen als het leven duurder wordt. Matthias: “Maar het perverse van dat systeem is dat de uitkeringen de laatste jaren sterk stegen dan de lonen. Daarom willen we die uitkeringen minstens tijdelijk bevriezen.”

Plafond voor sociale voordelen

Daarnaast zijn er nog de talloze sociale voordelen voor wie een uitkering krijgt. “Er zijn tal van voordelen, premies en subsidies die door de verschillende overheden worden uitgekeerd: het sociale energietarief, hogere kinderbijslag, lagere kostprijs voor kinderopvang, allerlei lokale voordelen, … We willen die allemaal in een centraal registerer verzamelen en een maximumplafond instellen”, zegt Matthias Diependaele, die nogmaals benadrukt dat werken altijd meer moet lonen dan niet-werken.